Worden we werkelijk geraakt door het rauwe hart van het Paasverhaal?
Het is bijna Pasen, het feest dat we als christenen misschien wel het meest zouden moeten vieren, omdat het alles zegt over wie Jezus is en over wie wij mogen zijn, maar het is ook het feest waarvan ik me soms afvraag of we de diepere betekenis nog wel werkelijk laten binnenkomen — of we nog echt stilstaan bij de weg die eraan voorafging, de pijn, het lijden, het kruis, voordat we in de vreugde van de opstanding springen.
Tradities
Bij veel christelijke feestdagen zie je een verschuiving en een verdunning bijna. De symboliek wordt steeds vaker ingeruild voor tradities die vooral gezellig zijn: een mooi versierde tafel, paaseitjes in alle kleuren, een brunch met familie, vrolijke muziek op de achtergrond. Ergens is dat begrijpelijk, want het leven mag gevierd worden. Ik vraag me af of we nog weten wat we vieren? Of we nog werkelijk geraakt worden door het rauwe hart van het Paasverhaal?
Paassfeer
Ook ik betrap mezelf erop dat ik me soms laat meenemen door de lichtheid van het moment van Pasen. In de winkels en reclames draait het om de paassfeer. Ook bij mij staan paaseitjes op tafel en tulpen in een vaas. Ik draai muziek die past bij Pasen, alsof ik zo een brug sla tussen de wereld die doorgaat en mijn hart dat verlangt naar heilige grond.
The Passion
Vorig jaar keek ik opnieuw naar The Passion of the Christ. Die film raakt me telkens weer. De eerste keer zag ik hem in de bioscoop. Waar een verstilde spanning hing, bijna tastbaar. Alsof niemand meer durfde te ademen terwijl het verhaal zich ontvouwde met een intensiteit die niet te bevatten was. Dat moment waarop iedereen even in de schaduw van het kruis stond, is me altijd bijgebleven. Nog steeds voel ik iets in mij verschuiven als ik de film zie. Niet door het bloed of de dramatiek, maar door die ene blik van Jezus. Dat ene moment waarin ik weet: Hij kijkt ook naar mij.
Ik was ook bij The Passion van Adrian Snell. De muziek kwamen in golven binnen en nam me mee naar de diepte van Goede Vrijdag. Ik voelde opnieuw de spanning tussen leven en dood, tussen verlatenheid en overgave, tussen hoop en duisternis. Alsof mijn ziel zich herinnerde wat mijn hoofd zo vaak vergeet.
Het moment in Taizé
En dan dat moment in Taizé. Misschien wel het meest eenvoudige en tegelijk het meest indrukwekkende moment van de hele week. Het kruis wordt binnengebracht en zonder woorden wordt het midden in de ruimte neergelegd op de grond. Mensen lopen één voor één naar voren en leggen hun voorhoofd tegen het hout. Niet als ritueel, maar als gebed. Als overgave. Als diepe verbondenheid met dat ene moment op Golgotha dat alles veranderde.
Daar hangt iets heiligs in de lucht. Een stilte die geen leegte is, maar aanwezigheid. Alsof de hemel even meeluistert. Alsof je heel even mag voelen wat het kostte: de eenzaamheid, de pijn, de verlatenheid. De rauwe liefde die zover ging dat ze zich liet breken voor de ander.
De betekenis van Pasen
Pasen is niet alleen een verhaal van hoop en nieuw leven. Het is ook een verhaal van verlies, dood en stilte. Ik geloof dat we die stilte moeten toelaten. We moeten die doorademen, uithouden. Niet om de vreugde te consumeren, maar om haar echt te ervaren. Je kunt pas opstaan als je gevallen bent. Pas leven als je gestorven bent aan jezelf. Pas het licht zien als je het donker durft te omarmen.
Ik denk aan Maria in de tuin, op die stille ochtend. Alles lijkt verloren, tot ze haar naam hoort: Maria. Ze herkent Hem niet aan Zijn uiterlijk of stem, maar aan de liefde die haar ziel aanspreekt zoals niemand anders dat kan.
Dát is Pasen. Dát is het wonder. Niet het spektakel, maar de stilte. Niet het feest, maar de ontmoeting.
Misschien is dat wat ik dit jaar opnieuw wil leren. Niet te snel voorbijgaan aan het lijden. Niet meteen vluchten in het licht. Maar blijven staan in de schaduw van het kruis, zodat ik opnieuw geraakt kan worden door de volheid van de opstanding.