"God wilde dat ik terug ging, eigenlijk wist ik dat wel. En toch vroeg ik: 'moet ik dit echt doen?'"
“Vrijdagochtend na mijn online les was het tijd voor beweging. Ik rende hetzelfde rondje als altijd, waarbij ik voor het station langs ren, zo het bos in. In het steegje naast het station zitten vaak mensen, en dat was nu ook het geval; er zat een vrouw op de grond. We groetten elkaar en ik rende verder; het station voorbij, het smalle pad op dat naar het bos leidt. De vrouw bleef in mijn gedachte hangen.”
Terug
‘Het zal wel niets zijn. Ik ga gewoon verder’ dacht ik. Ondertussen kwam het bos steeds dichterbij en rende mijn benen verder terwijl de vrouw in mijn gedachte bleef. God wilde dat ik terug ging, eigenlijk wist ik dat wel. En toch vroeg ik: “moet ik dit echt doen?” Het was eigenlijk meer een manier van uitstellen.
We zwegen
Ik kwam stil te staan. Wat nu? Met mijn handen op mijn hoofd stond ik daar. Ik draaide me om. En toen, met dat ik deze beweging maakte, draaide ook mijn gedachten om. “Oké, Heilige Geest, ik kan dit niet. Ik heb geen idee wat ik moet zeggen, U gaat het doen”, zei ik hardop. Het station kwam weer in zicht. Aan het einde van het steegje zat ze nog op de grond. “Hoi. Eh, ik heb het idee dat God mij terugstuurde om te zeggen dat Hij van je houdt.” Ze staarde naar de grond. “Bedankt.” Zonder veel nadenken ging ik naast haar zitten. We zwegen.
Een grote stap
“Hoe komt het dat er zoveel ellende is in de wereld?” Vroeg ze na een tijd van stilte. En zo kwam het gesprek op gang. Zij stelde de vragen en ik antwoordde. We zaten daar een tijd te praten. Over haar leven, het leven, over God. Nathalie, zo heette ze, bleek wel een slaapplek te hebben, maar niet in een goede omgeving. Ik wilde zo graag iets voor haar doen. Op een gegeven moment vroeg ik of ik voor haar mocht bidden. Dat was voor haar nog wel een grote stap, dus ik gaf Gods zegen mee.
Niks bij me
Terwijl ik het bos in rende liet God mij iets inzien. Toen Jezus zeventig mannen op pad stuurde mochten ze niks mee nemen. Het ging om Gods Koninkrijk bekend maken. Ik had alleen mijn sportkleren aan, verder had ik niks bij me. Wel Gods Koninkrijk.
Pauze
De volgende donderdag deed ik weer mijn rondje. Er stond iemand in een inham in het steegje en ik rende langs. We draaiden ons allebei om, het was Nathalie. “Pauze?” vroeg ze. We gingen weer op dezelfde plek zitten. We praatte gewoon weer verder. Dit keer, voordat ik verder liep, mocht ik voor haar bidden.
Achteraf gezien viel het allemaal mee, want ik deed het niet alleen. Maar die eerste stap, die is vaak het moeilijkst. Hoe daagt God jou uit om uit je comfortzone te treden?
Wat knap dat je gelijk daarmee opende en wat mooi dat er zoiets gaafs uit is gekomen. Echt een bevestiging dat die opdracht van God kwam lijkt me, als het zo uitpakt.