"En daar zit ik dan, alleen op dat bankje... ‘Nu heb ik tijd Heer, en er past makkelijk iemand bij. Wilt U iemand sturen om mee te praten?’"
“Halverwege ons romantische rondje langs slootjes, gras en gele bloemen voel ik een blaar op mijn hak komen. Na een paar honderd meter kan ik haast geen stap meer lopen. Balen! Omdat we nog een heel eind moeten, laat Richard mij achter op een bankje om de fietsen op te halen. En daar zit ik dan, alleen op dat bankje, in de polder en met een prachtig uitzicht. ‘Nu heb ik tijd Heer, en er past makkelijk iemand bij. Wilt U iemand sturen om mee te praten?’
Plek genoeg
Alle fietsers razen achter mij langs en wandelaars lopen met een gepaste boog om mij heen. Maar na een poosje komt er een meneer aanrijden. Hij parkeert zijn scooter, steekt een sigaret op en kijkt met een schuin oog naar het bankje voordat hij een eindje verder in het gras neerploft. Als hij een minuut later van houding verandert, roep ik hem toe: ‘Er is hier plek genoeg hoor, en dit zit een stuk beter!’ Hij bedenkt zich geen seconde en komt opgelucht naast me zitten. Hij heet John. Dat Richard mijn fiets ophaalt, vindt hij ridderlijk. Zo haalde hij ooit benzine voor zijn ex-vrouw. Maar de plek waar hij haar achterliet, was wel heel afgelegen en ze werd lastiggevallen. Gelukkig had ze pepperspray. Die nare wereld ook.
Kaal hoofd en tattoos
‘Waar gaat het heen he?’ zegt hij. ‘Ja, goede vraag. Waar gaat het heen?’ Hij kijkt me aan en strijkt met zijn getatoeëerde arm over zijn kale hoofd, maar hij zegt niks. ‘Waar ga jíj eigenlijk heen?’ voeg ik er aan toe. ‘Haha. Ik? Ik ga tussen 6 plankies.’ ‘Heel gevat. Je lichaam ja. Maar jij bent een kostbaar mens. Wat gebeurt er met jóu?’ Hij haalt zijn schouders op en staart in de verte. Dan vertelt hij dat hij nergens in gelooft. Als er een God zou zijn, wil hij hem zien. Recht voor zijn neus. Maar dat is nooit gebeurd. Wel zag hij een gezin waar een gelovig meisje van 15 stierf aan kanker. Hoe verklaar ik dat? Hij ziet een wereld waarin mensen egoïstisch zijn.
"Dan vertelt hij me dat hij nergens in gelooft..."
Niemand
In de jaren dat hij als marinier werkte, zag hij veel narigheid. Hij heeft er nog last van en het kostte hem drie huwelijken. Ook is hij erg ziek geweest. En nu kijkt vrijwel niemand meer naar hem om. Ik vertel dat ik normaal op beurzen met mensen in gesprek ga, maar dat er door de coronacrisis geen beurzen zijn en dat ik gebeden heb of God iemand op mij af wilde sturen om van Hem te kunnen vertellen. ‘Jezus ziet jou. Hij heeft jou hier naast mij gezet. Hij wil dat ik jou vertel over Zijn liefde voor jou. Dus dat ga ik doen.’ Hij is er zowaar even stil van. En dan vliegt er zomaar een uur voorbij waarin ik hem het evangelie uit kan leggen. John luistert, stelt vragen, reageert en vertelt over zijn leven. Hoe stoer hij er ook uitziet, hij stelt zich heel kwetsbaar op en als ik naar hem kijk voel ik de liefde van Jezus voor deze man.
Sigaretje
Wanneer ik uiteindelijk op mijn fiets stap (Richard staat er inmiddels al een poosje naast) zegt hij: ‘Poeh. Ik dacht, even lekker chill een sigaretje. Maar hier moet ik echt over nadenken.’ Ik schiet in de lach. ‘Dit is het allermooiste dat je in je leven kunt horen. En ik voel me vereerd dat ik het je mocht vertellen.’ Als ik naast Richard naar huis fiets, bid ik voor John en dank ik Vader God voor de blaar op mijn hak!
Vraag erom
Ga jij nog wandelen vandaag, deze week? Vraag Vader God om iemand op jouw pad te brengen en ga het gesprek aan!
‘Maak je vooraf geen zorgen over wat je zult gaan zeggen; zeg wat je op dat tijdstip wordt ingegeven, want jij bent het niet die dan spreekt, maar het is de Heilige Geest.’ (naar Marcus 13:11)