“De donkerte in mijn hoofd doet mij zoeken naar ‘lotgenoten’ in de bijbel.”
De donkerte in mijn hoofd doet mij zoeken naar ‘lotgenoten’ in de bijbel. Ik kom uit bij het volk van Israël dat bevrijd is uit hun slavenbestaan in Egypte en achter de schaduwgevende en oplichtende Wolkkolom door de woestijn reist. Tijdens hun bestaan in Egypte moeten ze zich wel moedeloos of uitgeput hebben gevoeld. Vast nog veel meer dan ik mij uit kan voorstellen in mijn ‘westerse leventje’. Dat ze dat gevoel van wanhoop niet zomaar kwijt zijn, blijkt wel uit het feit dat ze zich – ondanks alle niet te bevatten wonderen van God – snel weer terugvallen in hun oude, wellicht vertrouwde donkerte van geklaag en wanhoop.
Stukgeslagen
De situatie in de woestijn is natuurlijk verre van ideaal, maar hoe konden ze de euforie van de zee die splijt, het manna uit de hemel en het water uit de rots bij Massa en Meriba bijna volledig kwijt zijn? Zo kwijt zijn, dat ze het liefst weer terug wilden naar het oude vertrouwde, donkere Egypte. Steeds weer doet Mozes een beroep op God en geeft God nieuw perspectief. Totdat het gouden kalf Gods geduld tot het alleruiterste beproefd en Zijn toorn Hem bijna aanzet tot vernietiging van het volk. Mozes en het volk zijn diepbedroefd en als uiting daarvan worden er geen sierraden meer gedragen. Het gouden kalf – gemaakt van sieraden van het volk – ligt dan al krachteloos op de grond, stukgeslagen door Mozes.
Ikzelf ga mee
Ondanks hun berouw wil God in de wolkkolom niet meer mee gaan. In plaats daarvan wil Hij een engel meesturen.
Toen zei Mozes tegen de Heere: “U hebt tegen mij gezegd: ‘Breng deze mensen naar het Beloofde Land’, maar U hebt niet gezegd wie U met mij mee wilt laten gaan. (…) En de Heere antwoorde: “Voelt u zich pas gerust als ik Zelf meega? Mozes zei: “Als u niet Zelf meegaat, laat ons dan niet vertrekken.” (Ex. 33: 12 -15, Het Boek).
Jakobsladder door de wolken
Als ik die laatste twee verzen lees, dan gaat er een huivering door mij heen. Echter het is een huivering die de kilte verdrijft, want ik weet dat God met het volk zal blijven meegaan. Dat maakt het makkelijker om toch naar buiten te gaan, ondanks mijn afkeer voor het gure weer. Een stevige wandeling helpt om het hoofd leeg te laten waaien. Als ik geluk heb, dan laat de zon haar gezicht zich nog even zien. Vaak levert dit een indrukwekkend schouwspel op van lichtstralen die zich een weg banen dwars door de donkere stapelwolken heen. Toen ik kortgeleden via het RTL-weerbericht ontdekte dat dit weersverschijnsel wordt aangeduid als een jakobsladder, kon ik het alleen maar meer waarderen!
Een jakobsladder ontstaat als “een invallende lichtbundel van de Zon door een gat in een omgeving met voldoende schaduwpartijen straalt. Het licht dat door het gat in wolken of een bladerdak, of langs een bergtop schijnt, moet worden verstrooid om dit effect te krijgen. De stralen moeten dus onregelmatigheden tegenkomen om van hun oorspronkelijke richting af te kunnen wijken.” (Bron: Wikipedia).
Smoezelig
Als dit zonlicht na een aantal donkere dagen mijn huiskamer binnenstroomt, dan valt ook meteen mijn eigen ‘verstrooidheid’ op. De ramen zijn bedekt onder een smoezelige laag, de spinnen en hun webben huizen langs de plinten van het plafond en het stof doet aan voorzichtige duinvorming op mijn vensterbanken en meubels. Het valt mij op dat de stoffige laag het meest zichtbaar is op de donkere oppervlaktes; alsof het donker het meeste vuil aantrekt en in het zicht brengt.
“Als dit zonlicht na een aantal donkere dagen mijn huiskamer binnenstroomt, dan valt ook meteen mijn eigen ‘verstrooidheid’ op”
Jakobsladder in de bijbel
Dit weerverschijnsel brengt mij gedachten vanzelfsprekend ook bij de Bijbelse jakobsladder en daarmee met Jakob als een ‘lotgenoot’. Na zijn bedrog ontvlucht hij de woede van zijn broer Esau en ondanks alles wat hij en zijn familie elkaar hebben aangedaan, laat God hem in zijn vlucht niet los. In die donkere nacht laat God hem door een droom van een ladder met engelen zien, dat Hij Jakobs naam ook verbindt aan Zijn verbond met zijn voorvaderen Abraham en Isaäk (Gen. 28: 10 -22). Hoewel Jakob daardoor niet meteen vrij is van angst en onzekerheid, maakt hij een start om Gods bescherming en verbond aan te nemen.
Kroonjuwelen in plaats van hersenspinsels
Net als Mozes, Jakob en net als dieren in hun winterslaap, zoek ik een plek van bescherming: een ‘holletje’ om me warm en knus in terug te trekken. Letterlijk een ‘holletje’ creëren door buiten mijn capuchon op te zetten, een kruik mee te nemen naar bed en mezelf te installeren met een elektrisch dekentje op de bank. Vanuit deze holletjes mag ik leren vaker iets van mijn donkerte te delen met gevouwen handen of al pratend met geliefden om mij heen. In dat holletje zoek ik al vaak lezend en luisterend troost uit Zijn Woord en Opwekkende muziek.
Spiegelen
Door de jaren heen heb ik daardoor al het nodige mogen leren over het omgaan met die grauwe, gure hersenspinsels. Ze mogen er zijn, het is dan even wat het is, ze slepen me niet meer tot in het oneindige mee. Ik mag ze namelijk steeds weer spiegelen aan alles wat “wat waar is, alles wat edel is, alles wat rechtvaardig is, alles wat zuiver is, alles wat lieflijk is, alles wat eervol is, kortom, aan alles wat deugdzaam is en lof verdient. (Fil. 4: 8). Dan schijnt er als het ware een goddelijke jakobsladder door de onregelmatigheden en hersenspinsels heen. Dit doet het stof opwaaien, verstrooien en de zeeën van onrust splijten*. Zo mag ik gehoor geven aan de oproep van Petrus: “Hij die u geroepen heeft om vanuit de duisternis naar Zijn heerlijk Licht te komen” (1 Petr. 2: 9).
Van betekenis
In plaats van kleverige hersenspinsels die mijn een grauwe, kille uitstraling geven, mag ik, net als het volk van Israël, edel en zuiver schitteren, zo lees ik in de profetie van Zacharia: ”Die dag zal de Heere, hun God, zijn volk redden, zoals een Herder zorgt voor zijn schapen. Zij zullen in zijn land schitteren als kroonjuwelen”. (Zach. 9:16 het Boek). De sieraden mogen weer om – dwars door alle verdriet en donkerte heen- zo lang we maar weten dat de kroonjuwelen zonder het hemels Licht dof en zonder glans en betekenis zijn!
Stal van mijn hart
Met Kerst komt dat “heerlijke, hemelse Licht” naar de wereld. Alleen al het feit dat het Licht der wereld werd geboren in een donkere, tochtige stal, benadrukt dat er licht kan zijn, ‘gewoon’ naast de donkerte. Dan nodig ik Hem weer bij mij uit, in mijn holletje, want Hij verandert niet, Hij was er al die tijd en Hij is immer en altijd Dezelfde. Met Mozes beaam ik: Als U niet met mij meegaat, laat mij dan niet vertrekken! Steeds opnieuw wordt in de stal van mijn hart een Kindje geboren*.
*Is het moeilijk voor je om licht te zien in deze tijd? Misschien helpt het luisteren naar dit lied van Gerald Troost: ‘Stal van mijn hart’: https://www.youtube.com/watch?v=hYTbpoGSVUI of ‘split the sea’ van Hanna Kerr: https://www.youtube.com/watch?v=PMC1OGgKs0U. Wat helpt jou om Licht te vinden te midden van het donker? #iamlight