Hoe verdwijnt de modder van Wietske's ogen? En wat is de kracht van de 4 "W"s?

“Te mooi om waar te zijn! Zo reageren de buren en omstanders van de blindgeboren man op zijn genezing (zie Johannes 9: 8-12 ). ‘Is hij het wel echt?’, vragen ze. De toeschouwers zijn verdeeld: verbazing en achterdocht wisselen elkaar af. De genezen man doorbreekt de verwarring: ‘Ja, ik ben het echt!’ Of iedere achterdochtige tot geloof komt, wordt niet vermeld. Wel lezen we de vragen die ze blijven stellen: ‘hoe dan?’ En: ‘waar is die man, die Jezus, nu?’

Geloof of achterdocht

De vragen van toen zijn nog steeds de vragen van nu bij het zien van fysieke of geestelijke genezingswonderen. Hoe reageer je op wonderen in de levens van anderen: toon je geloof, achterdocht of stel je vragen. Wat doe je als je zelf genezing ervaart: spreek je vrijuit zoals de blinde of ben je bang voor wat de buren zeggen?

Overspannen

Dit laatste heb ik ervaren toen ik overspannen raakte. Door oververmoeidheid en schaamte trok ik mij terug. Ik wilde niet dat omstanders het zouden weten, want: wie was ik nu nog? De overspannenheid maakte me blind, maar God liet me via zijn woord niet los. Dit was een grote steun, bijvoorbeeld Psalm 40: 2-4:

Vol verlangen heb ik op de HEER gewacht en hij boog zich naar mij toe,

hij heeft mijn roep om hulp gehoord.

Hij trok mij uit de kuil van het graf, uit de modder, uit het slijk.

Hij zette mij neer op een rots, een vaste grond voor mijn voeten.

Hij gaf mij een nieuw lied in de mond, een lofzang voor onze God.

Mogen velen het zien vol ontzag en vertrouwen op de HEER.

Mijn modder verdween

Net als bij de blinde verdween ook mijn modder. Psalm 40 geeft dit proces prachtig weer in vier fasen: wachten, wassen, wonen en waarderen.

Ten eerste het wachten. Wachten op God door bij hem te rusten en op te laden. Wachten, soms ook zonder te weten waarop en hoelang.

Vervolgens het wassen: mijn blindheid weg laten wassen. Langzamerhand mijn verkeerde opvattingen over mijzelf laten vervangen door het beeld dat God van ons heeft als zijn geliefde kinderen.

Dan, het wonen. Door het nieuwe beeld dat ik ontwikkelde, kreeg ik vaste grond onder mijn voeten. Alleen God is de rots waarop ik veilig kan bouwen.

Als laatste: het waarderen. Ondanks het moeilijke proces van loskomen van mijn blindheid, kon ik ontroerende blijdschap ervaren en Hem lof toezingen. Gaandeweg durfde meer ik met anderen te delen over hoe God mij uit de modder trok en mij een nieuw lied, nieuwe betekenis, gaf! Soms leverde dit openhartige gesprekken op, soms vervreemde blikken. Door het verminderen van mijn blindheid, verloor de mening van de omstander ook haar invloed!

Het is vlakbij

Deze vier 4W’s – wachten, wassen, wonen en waarderen – wisselen elkaar af in een circulerende stroom. Een stroom waarin je ogen meer of anders open gaan, om verandert te worden door Hem. De ene keer smeert hij modder, dan weer wast Hij het weg of wijst hij de weg naar Siloam. In welke stroom, in welke W, je je ook bevindt, de vijver Siloam, Het Levend water, is vlakbij. Net als de genezen blinde doorbreekt Jezus ook graag je verwarring door te zeggen: ‘Ik ben! Ik ben het echt! Ik ben het Levende water!’ Velen hebben daar al gedronken en hun dorst gelest. Dat is zó mooi, dat moet wel waar zijn! Ga je mee…? ”

Lied: Diepe water van Oden van Salomo