“Het lastige is dat we elkaar waarschijnlijk nooit helemaal begrijpen, hoe we ook ons best doen…”

In de wereld 

De vraag: ‘hóren we niet allemaal een soort buitenbeentjes te zijn?’ klinkt misschien als een lastige. In het hogepriesterlijk gebed (Joh. 17) bidt Jezus voor Zijn discipelen en toekomstige volgelingen, en vraagt Hij of we ín de wereld mogen zijn, maar niet ván de wereld. Hij roept ons niet op om wereldvreemd en cynisch te worden, maar om “zuiver en heilig”, zout en licht te zijn. 

Dat dit niet altijd vanzelf gaat is vast de reden waarom Jezus ook bidt, dat we vol zullen worden van de vreugde die Hij in Zich heeft (Joh. 17: 13). Vreugde is glimlachen vanuit een diepere laag in je ziel: de plek waar je thuis is. Leren lachen door je tranen heen…vooral wanneer je als buitenbeentje wordt beschouwd, of als je je zo voelt. 

Zijn we niet allemaal buitenbeentjes? 

Want zijn we niet allemaal buitenbeentjes? We zijn uniek, allemaal verschillend gemaakt en dat is mooi en verrijkend, maar soms ook lastig en onbegrijpelijk. Het mooie is dat iedereen licht kan zijn in deze wereld. Het lastige is dat we elkaar waarschijnlijk nooit helemaal begrijpen, hoe we ook ons best doen. Vaak geldt dat vooral voor onze pijnpunten, valkuilen en verdriet, en dat is hard. Voel je je daar dan (nog) thuis? 

I don’t fit in…

Je kunt je een buitenbeentje voelen in de kerk, in de klas, of op het werk. Bijvoorbeeld door je huidskleur, je karakter, je aandoening of je voorkeur, die misschien buiten de norm valt. Het gevoel van `I don´t fit in´ is niet fijn. Er komt te veel spanning op je te staan, soms zoveel dat de rek er soms plotseling uit is… met alle gevolgen van dien. Dat doet pijn, want we zijn gemaakt om samen te zijn, ergens bij te horen. Al bij de start van de Bijbelse geschiedenis, in Genesis, lezen we: ‘het is niet goed dat de mens alleen is’. 

Worden als een schaap?!

Toch mag iedereen erbij horen, ook jij, ook ik! Jezus zegt immers: “Ik ben de deur: wanneer iemand door Mij binnenkomt zal hij gered worden” en “Mijn schapen luisteren naar Mijn stem, Ik ken ze en zij volgen Mij.” (Joh. 10: 9 en 27) 

We mogen leren om mak én aandachtig te worden als een schaap. Dat we te midden van alle stemmen van de wereld en onszelf, onze oren gaan spitsen: hoor ik daar die bekende Stem? In een tekst, in een lied, in een fluistering? Dit te horen kost soms moeite in het rumoer van deze wereld. Maar probeer eens om tóch die vonkjes te zoeken en te verspreiden. Laten we elkaar op de weg van die lichtpuntjes wijzen, zonder voorbij te gaan aan het moeilijke, het donkere. 

Steeds meer thuis

‘Langzaamaan kunnen we ontdekken dat we een huis aan het bouwen zijn in de Heer, dat we in Zijn huis zijn. Niet 30 minuten per dag, maar de hele dag. We kunnen in deze vijandige, competitieve wereld leven én thuis zijn. We zijn in een plek van de Heer. Waar we ook zijn, wat we ook doen. We zijn al thuis.’ (Henry Nouwen in het boek ‘Jezus volgen’ 

Wat een mooi en troostrijk citaat! Wees steeds meer overal thuis, juist wanneer je je ergens een buitenstaander voelt. Zoek, luister en loop. De Herder komt je al tegemoet! Zet je beste beentje voor, ook als deze nog wat gebroken is. Op krukken kom je tenslotte ook een heel eind.