"Ik moest wel even langs wat hobbels; ‘is het niet luxe?’ en ‘kan ik toch niet ergens meer tijd vinden om het zelf te doen?’... Maar de advertentie kwam er..."

“Een tijd geleden viel de beslissing. Mijn man een mooie baan, ik een mooie onderneming, samen een mooi gezin. Daarnaast mooie activiteiten waar we ons voor inzetten of onze energie uit halen. Mijn minst favoriete hobby *het huishouden* gaf ik de minste aandacht. En hoewel ik even langs wat hobbels moest – ‘is het niet luxe?’ en ‘kan ik toch niet ergens meer tijd vinden om het zelf te doen?’– besloten we een advertentie te plaatsen.

Huissleutel

Ik kreeg reacties. Soms nodigden we mensen die gereageerd hadden, uit. Die zaten dan in ons huis, aan tafel met een bakkie. Toch zat daar voor ons niet de persoon tussen aan wie we onze huissleutel toevertrouwden.

Tot in mijn tenen

Een maand later. Ik moest werken op een vrouwenconferentie en één van de vrouwen pakte de microfoon. Ze gaf aan dat zij in hun huis een moeder en dochter opvingen, die een aantal maanden geleden waren gevlucht. In haar eigen land had ze een goede, leuke baan. Nu ze hoopte hier in Nederland te kunnen blijven, zocht ze werk. “Dus! Is er nog iemand die een schoonmaakster zoekt?” Misschien vind jij het vreemd klinken dat ik dit zag als een briefje uit de hemel, maar ik voelde tot in mijn tenen dat ik “JA” tegen haar moest zeggen.

Mijn volle kapstok

Dus daar zaten ze bij ons op de bank, een week later. Een moeder met haar dochter. Met een recente geschiedenis vol spanningen, vluchten en onzekerheid. Een vrouw, net als ik. En opeens werd ik mij sterk bewust van mijn huis. Mijn woonkamer. De bank waarop zij zat, de stoel waarop haar dochter zachtjes wiebelde. En opeens viel ik mijzelf zo tegen.  Opeens voelde ik hoe vol mijn kapstok was, hoeveel speelgoed er lag, hoe mijn kledingkast uitpuilt, hoe ‘perfect’ mijn huis was en het ons aan niets (!) ontbreekt.

Wederkerigheid

En waar het een paar weken daarvoor nog aanvoelde als een ‘luxe’ om en schoonmaakster in huis te hebben, voelde ik opeens zoveel wederkerigheid. Want wij helpen haar dan wel financieel; zij helpt ons om opnieuw naar onze levens, ons huis en de wereld om ons heen te kijken.

Hoe ga ik ermee om?

We maakten wat afspraken, kletsten wat, dronken een bakje thee en daarna verlieten ze ons perfecte huis. Waar ben ik eigenlijk voor op de vlucht? Ik keek om mij heen. En visualiseerde hoe zij om de week mijn spullen afstoft die ze zelf niet meer heeft. Alles en iedereen moest zij achterlaten. En hoe ga ik om met al die spullen? Hoe ga ik om met die altijd aanwezige vanzelfsprekendheid van dingen? Hoe stel ik mijn huis open en deel ik van wat ik heb? Ze toont haar dankbaarheid voor een paar euro, terwijl ze in haar geboorteland eenzelfde leven had als ik.

Zinloosheid

Hoe lang leven er nog zoveel mensen in onrust, in armoede; financieel maar ook geestelijk? Het was alsof God zei: ‘die vraag kan ik aan jullie, mensen, kan ik jou ook stellen.’ Met dat zij de deur uit liep zei ik tegen mijn man: ‘Ik voel een Westerse zinloosheid opkomen, die mij niet loslaat. Deze vrouw is zojuist, met een reden, ons leven komen binnenlopen.’