Wat als Jezus je “dom” noemt?!

“Wat ben je toch dom, zo moet het niet! Je doet het helemaal verkeerd! Je maakt alles in de war, het is één grote rommel!” De ogen van Wietskes oudste dochter staan hard en afkeurend terwijl bij dochter nummer de ogen al snel vol tranen staan. Dit zijn woorden die Jezus niet zou gebruiken. Of toch wel?

Woekeren

Vaak laat ik mijn dochters even ruzie maken, maar bij dit soort snijdende, elkaar naar beneden halende woorden, grijp ik snel in. Niemand is dom, foutjes maken mag en de jongste dochter moet dit nog leren. Vaak zing ik ‘iedereen is anders, niemand is als jij” om mijn boodschap aan duidelijkheid en kracht bij te zetten. Ik wil niet dat ze zo tegen elkaar praten, want voor je het weet wordt er een zaadje geplant dat diep van binnen gaat woekeren. Als je dergelijke woorden maar vaak genoeg hoort, dan worden ze langzamerhand voor waar aangezien.

Dom

En dan zie ik, een paar dagen later, tot mijn verrassing Jezus dezelfde woorden als mijn dochter in de mond nemen: Jezus zei tegen hen: “Wat bent u toch dom!” (Lucas 24:25, Het Boek). Au! Deze woorden ketsen als een harde, onvoorziene klap tegen mijn wang. Zijn dit woorden die Jezus gebruikt? Hij die zegt: laat de kinderen tot mij komen; ik ben gekomen om armen het goede nieuws te brengen en gebrokene van hart te helen? Ja, dezelfde zachtaardige Jezus zegt deze confronterende woorden tegen de Emmaüsgangers. En daar blijft het niet bij, Hij vervolgt: “Wat hebt u moeite om alles te geloven wat door de profeten is gezegd. De Christus moet immers al die vreselijke dingen doormaken voor hij Zijn heerlijkheid zou binnengaan. Hij herinnerde hen aan allerlei gedeelten uit de boeken van Mozes en de profeten. Hij legde hun uit wat ze betekenden en wat ze over de Christus zeiden.” (Lucas 24 25-27, Het Boek)

Jezus’ bevrijdende blik

Jezus noemt de Emmaüsgangers dom omdat ze maar niet begrijpen wat al lang geleden aangekondigd werd. Hun moeite om ‘out of de box’ te denken, buiten hun menselijke, wereldse begrippen die zich richten op de bevrijding van de bezetter van hun land, de Romeinen. Jezus vertelt en de reizigers hangen aan zijn lippen. Niet alleen vanwege zijn kennis, maar vast ook vanwege de manier waarop Jezus naar hen keek. Waar wij elkaar vaak berispen met felle blik, spreken Zijn ogen spreken een andere taal. Hij kan terecht wijzen vanuit een oneindige liefde… Jezus’ bevrijding ging niet om land, maar om het hart: “Terwijl ze met elkaar aan tafel gingen, nam hij het brood, dankte God ervoor en brak het in stukken en gaf het hun. Plotseling gingen hun de ogen open en herkenden zij Hem. Op het zelfde moment was Hij verdwenen. Ze zeiden tegen elkaar: weet je nog hoe diep wij in hart geraakt werden, toen Hij met ons liep te praten en ons een glasheldere uitleg gaf over wat er in de boeken staat?” (Lucas 24: 30-32, Het Boek)

De twee mannen uit Emmaüs vertelden [aan de discipelen] dat zij Jezus ook hadden gezien. Dat Hij met hen was meegelopen en ze Hem pas hadden herkend toen Hij het brood brak. (Lucas 24: 35, Het Boek)

Jezus de Doorbreker

Misschien herken je jezelf wel in de Emmaüsgangers… Je loopt al heel lang op met Jezus, maar je ziet Hem niet echt. Zijn woorden van waarheid komen daardoor ook niet écht binnen. Misschien omdat Hij al zo gewoon voor je is omdat je altijd met Hem opgroeide. Of omdat je misschien afstand voelt. Soms moet danar eerst wat breken, voordat je dit (h)erkend en in je hart geraakt kunt worden. De profeet Micha profeteerde al dat dit is wat Jezus, als Messias, ook wil doen: “De Doorbreker trekt vóór hen op. Zij zullen doorbreken, door de poort trekken en daardoor naar buiten gaan. Hun Koning gaat vóór hen uit, de Here gaat aan de spits.” (Micha 2: 12-13, HSV)

Jezus gaat ons voor

Soms is de waarheid hard, maar als we Jezus erin herkennen, dan belooft Hij ons dat we de Waarheid zullen kennen en de Waarheid zal bevrijden (naar Joh. 8: 32). De profeet Micha vertelt ons dat het niet bij doorbreken blijft, want naast dat Hij bij ons blijft, gaat Hij ook vóór ons uit. Hij zal ons laten zien waar we heen mogen gaan en wat de juiste spiegel is om in te kijken. Zo leidt Hij ons via de juiste poort naar buiten, naar een plek waar Zijn woorden van waarheid andere schadelijke woorden verdringen.

Jouw identiteit ligt in God

Gods Waarheid is niet alleen maar hard, maar ook altijd liefdevol. Daarom fluister ik het mijn dochters regelmatig in voor ze gaan slapen: “God heeft je precies zo gemaakt zoals Hij je bedoeld heeft; je bent zoals je bent, je hoeft je niet anders voor te doen.” Onze identiteit ligt in Hem; gemaakt naar zijn beeld, bedoeld om steeds meer op Hem, de bron van alle waarheid, te lijken.

Hij maakt geen rommel

Deze ontwikkeling van je identiteit gaat met vallen en opstaan en daarin handel je je soms dom, ondoordacht, liefdeloos of doelloos. Echter je doet dom, je bent het niet – het is niet onderdeel van je identiteit – want zoals iemand eens mooi verwoordde: God heeft mij gemaakt en Hij maakt nou eenmaal geen rommel! Zo.. dat speelt en slaapt een stuk rustiger!

Troostrijk

Bij het schrijven van deze blog schiet het onderstaande, troostrijke lied (gezang 442) mij binnen dat ik als kind op school leerde. Welk lied leer jij je kind, nichtje, neefje of buurkind?

Jezus, ga ons voor,
deze wereld door
en U volgend op Uw schreden,
gaan wij moedig met U mede.
Leid ons aan Uw hand,
naar het vaderland.

Valt de weg ons lang,
zijn wij klein en bang,
sterk ons Heer om zonder klagen,
achter U ons kruis te dragen.
Waar Gij voor ons trad,
is het rechte pad.

In de woestenij,
Heer, blijf ons nabij,
met Uw troost en met Uw zegen,
tot aan ’t eind van onze wegen.
Leid ons op Uw tijd,
in Uw heerlijkheid.