"Hoe kun je nog leven als alle hoop verdwenen is? Dit gevecht was ook een eenzaam gevecht..."

“Mijn naam is Eline, ik ben 34 jaar en dit is mijn verhaal. Ik schreef ooit; ‘Ach mijn lief, hoop toch op morgen en weet; in wanhoop ligt hoop verborgen’. Dat is wat ik met mijn verhaal wil bereiken. Ik wil jóu bereiken en laten zien dat er in wanhoop, hoop ligt. Misschien herken je iets in mijn verhaal en kan het je steun bieden, al is het maar een beetje. Misschien zit je zo diep dat een hoopvol verhaal jou alleen maar nóg meer pijn geeft omdat je niet meer kunt geloven dat hoop er ook voor jou is. Misschien herken je mijn verhaal niet maar creëert het begrip voor psychische problemen, voor mensen die worstelen, en eerlijk; wie worstelt er niet? Misschien valt mijn verhaal rauw op je dak want ja, het is een heftig verhaal. Maar toch die hoop, ik wens dat je die vooral ziet.

Ik wilde geen aandacht

Laat ik beginnen bij het begin. Ik kan terugkijken op een goede jeugd; ik kon goed meekomen op school en had vrienden. Ik was een stil meisje, rustig en op de achtergrond. Dat had een reden: ik groeide op met twee zussen met psychische problemen. Dit zorgde ervoor dat ik me op de achtergrond hield en niet de aandacht op mij wilde vestigen. Op mijn 10 e kreeg ik diabetes. Destijds was ik daar heel nuchter over maar achteraf denk ik dat dit mijn leven toch al heeft beïnvloedt. Ook de zelfmoord van een geliefde vrouw uit mijn omgeving raakte mij diep.

78 behandelingen verder

Op de Havo werden mijn problemen groter. Ik kon het tempo op school niet meer bijbenen, zorgde slecht voor mijn diabetes en was altijd moe. Het was het begin van een jarenlange worsteling met onder meer persoonlijkheidsproblematiek, angst, hevige depressie en zelfbeschadiging. Ik was een Eline met twee kanten en kende hoge hoogtes en diepe dalen. Diverse therapieën, talloze (crisis)opnamen en vele soorten medicatie, zoals anti-depressiva en anti-psychotica, werkten niet voldoende. Uiteindelijk was het laatste redmiddel het aangaan van ECT (electroconvulsietherapie). Dit is een pittige behandeling waarbij onder narcose een klein epileptisch insult wordt opgeroepen om zo je brein te resetten. Ik zag altijd enorm op tegen die behandeling en haalde mijn houvast uit één Bijbeltekst: “De Heere is mijn herder, het ontbreekt mij aan niets.” (Psalm 23:1). Daar wilde ik op vertrouwen! De ECT-behandelingen vroegen veel van mij maar na 78 behandelingen ben ik nu depressievrij! Wat ben ik God daar dankbaar voor!

Ik wilde niet meer leven

In mijn leven zijn er veel momenten geweest waarop ik het leven niet meer zag zitten, en ook niet meer wilde leven. Ik nam een overdosis aan medicatie of spoot met opzet veel te veel insuline. Hierdoor belandde ik in het ziekenhuis. Ook sneed of brandde ik mezelf om even te kunnen ontsnappen aan mijn heftige gevoelens. De fysieke pijn gaf verlichting van de emotionele pijn. Eigenlijk wilde ik wel leven maar hoe doe je dat als de duisternis, de leegte, het zwartste zwart zo groot, zo intens zijn? Hoe kun je nog leven als alle hoop verdwenen is? Dit gevecht was ook een eenzaam gevecht. Zeker aan de start van mijn problemen had lang niet iedereen door hoe het echt met me ging. Dat ik mezelf beschadigde, heb ik een jaar lang verborgen weten te houden. Inmiddels heb ik geleerd dat ik er ook mag zijn, dat mijn verhaal er mag zijn en dat deze misschien wel tot hulp kan zijn voor een ander.

Nooit verlaten

De letterlijke en figuurlijke littekens van mijn strijd zal ik altijd met mij meedragen maar toch ben ik een dankbaar mens. Is alles nu dan makkelijk? Nee zeker niet. Nog steeds worstel ik met een angst- en dwangstoornis. Dit is zwaar en vreet energie. In mijn gevecht heb ik God lang niet altijd dichtbij ervaren. Ik heb geworsteld en ken de ‘waarom’ vraag. Waarom is mijn leven zo uitzichtloos, waarom moet ik deze strijd strijden, waarom gaat het met een ander wel goed? Ik zal in dit leven op deze vragen nooit helemaal antwoord krijgen (ik hoop straks in de hemel wel), maar de laatste tijd heb ik steeds vaker het idee dat mijn weg zo moeilijk is (geweest) om nu een lichtpuntje te mogen zijn voor anderen. Om hoop te bieden, een hand op iemands schouder te leggen en, zonder woorden, mee te leven, want ik ben daar ook geweest.

Geen pasklaar antwoord

Ik heb geen pasklaar antwoord op de waarom-vraag en het lijden, ik denk zelfs dat niemand dat heeft. Ik weet dat God er bij was in mijn lijden, Ik weet dat Hij me nooit verlaten heeft. God moet erbij geweest zijn anders was ik hier nu niet! Maar dat weet ik nu pas, achteraf. Als ik terugkijk zie ik (ogenschijnlijk kleine maar voor mij hele grote) bevestigingen dat God mij droeg, bijvoorbeeld tijdens de ECT-behandelingen. Ik was vaak bang niet meer wakker te worden en zei dan altijd in mijn hoofd die Bijbeltekst uit Psalm 23. Ik heb verschillende keren gehad dat ik juist deze tekst in de dagen voor de ECT tegenkwam, bijvoorbeeld via social media of mijn Bijbels dagboek.

Je mag boos zijn op God

Ik geloof dat onze waarom-vragen er mogen zijn; je mag boos zijn op God en je kunt alles (het mooi en het lelijk) bij Hem kwijt. Ik denk dat God alles begrijpt want Hij ziet het grote geheel. Voor mij is het gedicht van Corrie Ten Boom daarin heel erg in tot steun geweest:

Mijn leven is een weefsel
tussen mijn God en mij.
Niet ik kies uit de kleuren;
heel doelbewust werkt Hij.
Soms weeft Hij er verdriet in
en ik, door onverstand,
vergeet: Hij ziet de boven en
ik de onderkant.

Als ’t weefgetouw zal rusten
en de spoel niet meer schiet om,
zal God het doek ontvouwen
en verklaart Hij het ‘waarom’.

Hoe nodig donk’re draden
zijn in des Wevers hand
naast goud- en zilverdraden,
zó komt Gods werk tot stand.

Soms gaat het er ook om te accepteren dat je niet alle antwoorden hebt, dat God soms niet te begrijpen is. Dan komt het aan op vertrouwen en overgave. Dat mág je, met vallen en opstaan, leren. Probeer dan niet af te gaan op hoe het voelt (God voelt zo ver weg) maar op dat wat je wéét (teruggrijpen naar momenten dat je God wel dichtbij wist). Mij helpt het daarbij ook om een aantal Bijbelteksten uit mijn hoofd te weten zodat ik deze in moeilijke tijden tegen mezelf kan zeggen.

Ineens is er weer hoop

Nu het leven lichter is, moet (mág!) ik weer een soort van mijn ‘draai’ vinden. Wat kan en wil ik wel/niet, hoe wil ik mijn leven vormgeven, wat is Gods bedoeling met mijn leven, welke weg heeft Hij voor mij bedacht en durf ik daarin Hem te volgen? Dat is spannend en een ontdekkingstocht. Ineens is er hoop, gaat er een wereld voor me open… hoe ga ik daarmee om? Ik zoek daarin mijn weg maar weet één ding zeker: mijn verhaal mag gehoord worden en daarom deel ik het om zo hopelijk een lichtpuntje te mogen zijn voor een ander. Als één iemand hoop krijgt door mijn verhaal is mijn missie geslaagd!

Versjes over het leven

Stukjes van mijn verhaal verwerk ik door het schrijven van versjes over wat ik heb meegemaakt, over het leven zelf. Deze deel ik op mijn Instagramaccount @puureline en straks ook via @wijzijnlume. Mijn versjes geven een klein inkijkje in hoe ik het leven zag en heb ervaren, zoals deze:

Zij is een mens
met een verhaal dat gaat over duisternis
over leven dat niet leefbaar is, over wanhoop en gemis
over littekens, diep verdriet, vervlogen dromen
over het niet meer weten hoe ooit nog in het licht te komen
en toch, er is weer hoop in haar dag
met, heel voorzichtig, weer een glimlach
het leven is wat minder stuk, met wat meer ruimte voor geluk
ze omarmt het leven helemaal
zij is een mens met een hoopvol verhaal