"Wie had jij lief vandaag?’
“In de voorjaarsvakantie mocht ik op de Huishoudbeurs meedraaien als vrijwilliger in de Bijbelstand. Zelf was ik nog nooit op de Huishoudbeurs geweest; ik ontwijk dit soort drukke plekken bewust vanwege de overprikkeling. Van de Bijbelstand had ik ook nog nooit gehoord; met hun stand vol bijbels, christelijke boeken en kaartjes evangeliseren zij op beurzen in Nederland. Hun missie is ‘iedere beursbezoeker een ontmoeting met Jezus’. Een mooie laagdrempelige manier van evangeliseren.
Het hoort erbij
Zelf ben ik ook nog nooit echt bezig geweest met evangeliseren. Evangeliseren roept bij mij, net als bij zoveel andere christenen, tegenstrijdige gevoelens op. Het hoort erbij, het is de opdracht van Jezus Zelf (Mattheüs 28: 19, Marcus 16: 15 ,Johannes 15: 16). Het is goed maar toch ook ongemakkelijk. Dus, toen ik de vraag kreeg of ik een dagdeel wilde helpen bij de Bijbelstand, dacht ik, waarom niet? Alles bij elkaar beloofde het dus een dag buiten mijn comfortzone en vol nieuwe ervaringen te worden. Prima, ik ging ervoor.
Tot evangeliserende gesprekken kwam het niet
Allereerst, ik vond het echt leuk om daar gewoon te zijn. Een beurs is nog steeds niet mijn favoriete plek om tijd door te brengen, maar mensen advies geven over goede boeken ligt me wel. Ik voerde ook leuke gesprekjes met bezoekers van de stand. Over bijvoorbeeld Bijbellezen (en hoe moeilijk dat kan zijn), geloven in het algemeen (wat een troost dat kan geven in moeilijke tijden), over opvoeding en Jezus echt kennen. Maar echt gesprekken voeren met ongelovigen? Zover kwam het niet. Ik voerde geen ‘evangeliserende’ gesprekken. Ik heb niet het Goede Nieuws gedeeld. Ik ben ook niet uitgestapt, letterlijk op willekeurige voorbijgangers afgestapt en hen gevraagd of ze Jezus kenden. Maar verder had ik echt een prima dag. Tot ik ’s avonds een stukje uit Joël 2 las…
Alles tot eer van God
In Joël 2 staat hoe Gods volk wordt opgeroepen om te vasten en zich te bekeren tot God met heel hun hart. Direct hierna las ik 1 Korintiërs 10:31 waarin staat: ‘Of u dus eet of drinkt of iets anders doet doe alles tot eer van God’. Toen begon God tot mijn hart te spreken, liefdevol én confronterend. Ik deel maar gewoon rauw en eerlijk wat ik toen heb opgeschreven:
Oef, terwijl ik deze tekst opschrijf raakt het me knetterhard. Help Heer. Ik heb vandaag gewoon mijn ding gedaan. Het was niet echt tot eer van U. Het was echt niet vanuit liefde voor U. Ik weet het, ik was vooral bezig de dingen goed te doen. Gewoon te doen wat er in Uw woord staat, zodat ik het weer af kan vinken. Ook omdat ik het nu eenmaal toegezegd had. Oh Heer, ik realiseer het me echt. Het spijt me, mijn hart zat er niet in. Ik ging vooral voor mijn eigen comfort hè? Ik koos de mensen uit waar ik mee wilde praten, ik liet me leiden door mijn klik met de ander. Ik heb wel mooie gesprekjes gehad toch? En het was supermooi om die mensen uit Heerde te ontmoeten. Ik kan daar echt Uw leiding in zien. Maar ten diepste ging het om mij, niet echt om die ander. Eigenlijk was ik hard bezig met mijn eigen koninkrijkje in plaats van met Uw Koninkrijk. Ook al klonk mijn post van vanochtend zo goed ‘op Koninklijke missie’. Vergeef me Heer.
Geen blik waardig
Toen ik stil was, leek het alsof God me echt vroeg ‘waar is je liefde voor Mijn mensen? Al die mensen die jij vandaag geen blik waardig hebt gekeurd, waar jij oordeel over gehad hebt, voor al die mensen heb Ik Mijn Zoon naar de aarde gestuurd. Ik hou van een ieder van hen. Wie had jij lief vandaag?’ Ik hou van deze vragen. God roept me altijd terug naar Hemzelf. Het is een terugkerend iets in onze relatie. Gods Geest helpt me altijd om me weer te focussen op Hem. Hij weet dat ik dit nodig heb, want alleen zo kan ik Zijn waarheid zien en delen.
In een ander licht
En terwijl ik in gedachten terug ging naar de Bijbelstand, daar in die rumoerige beurshallen van de RAI, zag ik opnieuw de mensen lopen. Het was alsof God me op dat moment liet zien in welke een donkerte de mensen liepen. En in mijn gedachten hoorde ik de woorden ‘Zie. Kijk door Mijn ogen. Heb lief met Mijn hart’. Hierna was het alsof ik al die mensen in een ander licht zag. Ik realiseerde me dat al deze mensen het nodig hadden om in Gods licht te kunnen staan. En dat ik hen daar naartoe had kunnen leiden. Het is niet dat ik nu met een baal- of faalgevoel zit. Ik geef mezelf hierin genade, net als dat ik ervaar dat God mij die genade ook geeft.
Ik voel de urgentie
Mooi hoe hierdoor deze vastentijd samenkomt met het Licht van deze wereld. Ik voel de urgentie om Gods liefde te delen met iedereen. Ik voel Gods hart voor álle mensen. Ik zie de ander in een nieuw licht. Ik zie het evangeliseren nu ook in een ander licht. Evangeliseren voelt niet meer als druk dat ik het moet doen omdat ik nu eenmaal christen ben. Het is geen ‘simpele’ gehoorzaamheid omdat Jezus mij daartoe oproept. Ik mag het evangelie verkondigen omdat ik weet dat Gods hart verlangt naar verbinding met ieders hart. Zijn liefde voor de mensheid is met geen pen te beschrijven of te vangen in één enkele blog. Gods liefde is voor iedereen evenveel en onvoorwaardelijk. Dat is pas goed nieuws. Dat is hét evangelie. Dat is het licht wat ik wil delen. Of ik dat nog vaker via de Bijbelstand zal doen, dat weet ik nog niet. Ik vertrouw erop dat God me wel naar de juiste plekken zal leiden.
Mooi en eerlijk, Henriette.