Totdat ik ging accepteren dat het even was zoals het was...Totdat ik het losliet om weer terug te keren op mijn werk…

Ik ben ‘t al
Ik hoef niets meer te worden
Ik ben ‘t al
Ik mag er zijn

Die woorden raken mij diep van binnen
Die woorden helen mijn diepste pijn
Pijn door werken en door strijden
om steeds maar weer geliefd te willen zijn

Ik vergelijk me voortdurend met die ander
die alles elke keer weer beter lijkt te doen
‘Ik moet nu echt óók zó gaan worden
anders ben ik een echte oen’

Ik ben steeds weer opnieuw hard aan het werken
Ja ik ploeter, bikkel en ik zwoeg
Maar naar Zijn beeld ben ik geschapen
Dat zegt mij werkelijk toch genoeg?

God kijkt naar mij met liefde in Zijn ogen
Zelfs als ik het eigenlijk niet verdien
Ik ben Gods meesterwerk, Zijn geliefde dochter
Zo mag ik mezelf ook echt gaan zien

Dat ik soms faal, doet niets af van mijn waarde
Dat ik presteer, maakt mij geen beet’re vrouw
Gods liefde is echt onvoorwaardelijk
Hij zegt altijd: “Ik hou van jou”

Ik ben ‘t al
Ik hoef niets meer te worden
Wat een rust
Ik mag er zijn

Nerveus

Ik schrijf eigenlijk nooit gedichten. Maar deze rolde er ‘zomaar’ uit, de avond na de laatste dag van de Lume Sprekers Academy. Ik mocht daar, net als negen andere lieve vrouwen, mijn talk presenteren waaraan ik al weken had gewerkt. Ik wilde wel als eerst, dan had ik het maar gehad, want ik was behoorlijk nerveus.

Tranen over mijn wangen

Na ruim twee minuten stopte ik. Het liep niet goed, ik was warrig en was mijn tekst volledig kwijt. Tranen rolden over mijn wangen. In gedachten zei ik tegen mezelf:  Zie je wel, ik kan het niet. Toch lukt het me om mijzelf nog een keer bij elkaar te rapen en de talk helemaal te doen. Maar na mij kwamen anderen die het naar mijn idee stuk voor stuk beter deden. Ik praatte erover en las mijn briefjes met tips en tops die ik had gekregen. Zo gek was mijn talk nog niet… Woorden als glashelder, krachtig, boeiend en pakkend kwamen naar voren. Dat ging over mijn talk en ik was er blij mee. Maar ook woorden als dapper, puur en moedig stonden op de briefjes. Daar kon ik niets mee, ik was het er niet mee eens. Die woorden gingen achteraf gezien over mezelf. Waarom wil ik daarover geen complimenten aannemen? Waarom veroordeel ik mezelf zo?

Ik was niet nuttig

Nu is het zo dat ik op dit moment bijna twee jaar lang in de ziektewet zit. Ik ben thuis komen te zitten met fysieke problemen. Er zijn wat medische problemen, maar het grote probleem bleek eigenlijk mijn denken te zijn. Dit leerde ik door diverse therapieën die ik volgde. Hiermee ging ik naar God, ik vroeg Hem om hulp en ging dagelijks de Bijbel lezen. Ook las ik veel christelijke psychologische boeken om hiervan ook weer te leren. Ik deed cursussen, luisterde podcasts en deed wat ik kon om van mijn problemen af te komen. Ik wilde namelijk weer aan het werk. Want nu ik thuis was, was ik niet nuttig en faalde ik wat werk betreft.

Accepteren en loslaten

Ik wilde laten zien dat ik het echt wel kon! Maar door al dat strijden, werd het probleem alleen maar groter. Ik pakte soms mijn werk weer op, maar lag binnen no-time weer gestrekt op de bank met veel pijn.

Totdat ik ging accepteren dat het even was zoals het was…
Totdat ik het losliet om weer terug te keren op mijn werk…

Het hoefde niet meer. Ik hoefde niet meer te presteren. Ik mocht er gewoon zijn. Geen druk meer van collega’s die beter zijn en meer weten dan ik, geen druk meer van ouders die verwachten dat ik de perfecte lieve juf ben, geen druk meer van m’n lijf die zo snel mogelijk moet herstellen. Druk die ik eigenlijk alleen mezelf oplegde….

Ik zag Gods rode draad

Door in de Bijbel te blijven lezen, zag ik steeds meer Gods ‘rode draad’; Zijn liefde voor de mensen. Dus ook voor mij. Ik mocht gaan zien dat ook ik een geliefd kind van God ben. Ik nam dit aan en liet mij zelfs dopen. Dit was voor mij echt een stap in geloof. Mede doordat het in mijn familie, vrienden en kerkkring niet gewoon is. Ik deed het omdat ik al het oude achter mij wilde laten, me vrij wilde voelen en Jezus wilde volgen. Dat is nog steeds wat ik wil. Ik heb Hem zo nodig! Ook nu, na alles wat ik had ontdekt en gedaan.

Ik herken de leugens en onzekerheden

Nu ik bijna geen pijn meer heb en ik niet meer belemmerd word in mijn doen en laten, ga ik langzaamaan de draad weer oppakken. Ik ben rustig aan gaan werken en dat gaat heel goed. Ik kan het fysiek aan en ook qua energie is het goed te doen. Het gaat zelfs beter dan verwacht. Maar stiekem komen die gedachten dus weer terug: “Zie je wel, je kan het niet” “Die anderen zijn beter dan jij” Gelukkig herken ik die leugens nu veel sneller. Ik zet er Gods Waarheid tegenover. Ik hoef mezelf niet te bewijzen en niet te vergelijken. Ik hoef geen perfecte baan met status. Ik hoef geen groots licht te worden voor Jezus. Dat ben ik al. Hij heeft mij gemaakt. En het was goed. En als ik zwak ben, is Hij sterk. Hij werkt door mij heen.

Zo mag ik een lichtje zijn

Zelfs als ik het niet door heb. Zo noemde iemand mij van de week ‘een voorbeeld’. “Hoe dan?” dacht ik meteen, en “Dat kan niet!” Toen ze uitlegde waarom begon ik het te begrijpen: Toen ik me ellendig voelde en pijn had, had ik veel steun aan God. Dat deelde ik met anderen.
Daardoor werd zij nieuwsgierig en dacht: “Dat wil ik ook!” Ik had het zelf niet door, maar ik was al een lichtje voor haar, zonder dat ik het wist. Zo werkt God. God schijnt er doorheen En dat maakt dat ik mag stoppen met strijden, maar gewoon mezelf mag zijn. Juist daar doorheen schijnt God Zijn licht. En zo mag ik een lichtje zijn.

Ik ben het al
Ik hoef niets meer te worden
Wat een rust
Ik mag er zijn