"Het askruisje op Aswoensdag staat niet alleen voor berouw, maar ook voor nieuw leven!"

‘Daarom -spreekt de Heer-, keer nu terug naar mij met heel je hart en begin te vasten, te treuren en te rouwen. Niet je kleren moet je scheuren, maar je hart.’ (Joël 2:12) 

“Het is een koude winterdag. Ik loop door de winkelstraat. Terwijl ik koers zet naar mijn favoriete kledingwinkel, passeer ik een jonge man. Zijn stem komt hoog boven het geroezemoes uit van het winkelend publiek. “Jij en ik zijn zondig en verdienen de hel. Bekeer je tot God! Hij wil jou redden!” Hij schreeuwt de woorden uit over de mensen en hij zet ze kracht bij door op zijn Bijbel te slaan.

Knoop in mijn maag

Met een kleine knoop in mijn maag loop ik verder. Met deze man, en hoe hij het Evangelie brengt, wil ik me liever niet associëren… Ik vind het te confronterend… Ik vind deze harde, oordelende God te confronterend. En dan lezen we vandaag uit Joël 2, vers 12 tot en met 17. Aan deze tekst gaat een lange opsomming van onheil vooraf; ‘De dag van de Heer komt!’ waarschuwt Joël, ‘niets en niemand kan daaraan ontkomen’ (vers 3). Joël wil het volk wakker schudden. Het is losgeslagen en leeft niet meer met God.

Zó terecht

Is dat in onze tijd nou zoveel anders? Had Joël in onze tijd in de winkelstraat kunnen staan? Zijn woorden afvurend op jou en mij? Ik denk dat het eerlijke antwoord ja is. In Joël 2:12 lezen we dat God zegt ‘Ik wil dat jullie mij weer gehoorzamen.’ God vraagt het volk Israël tot inkeer te komen nadat ze Hem keer op keer ontrouw waren. En dat na alles wat Hij voor hen deed! Ik snap Gods teleurstelling, zijn woede. Die is zó terecht. Ik denk dat we daar soms te gemakkelijk aan voorbijgaan. Dat we het oordeel wel verdienen. Omdat jij en ik het keer op keer verknallen bij God. Er een zooitje van maken. Nee, dat is geen populaire boodschap: ‘Jij verdient de hel’, en het bezorgt me instant weer een knoop in mijn maag, maar het is feitelijk wel waar.

Ongemakkelijk en pijnlijk

Alles in me wil dat ongemakkelijke en pijnlijke gevoel snel wegdrukken, laten overstemmen door de boodschap van Gods liefde…. Maar ga ik dan niet aan de kern voorbij? Juist dat ongemakkelijke en pijnlijke gevoel leert me hoe groot Jezus’ offer was. Hoe groot en liefdevol Gods Vaderhart is. Als ik snel aan dat gevoel voorbijga, hoe kan ik dan Jezus’ offer en Gods Vaderhart echt op waarde schatten?

Laat het toe

Ik wil je deze 40-dagentijd, en in het bijzonder op deze Aswoensdag, uitdagen dat ongemakkelijke gevoel eens toe te laten. Te doen waartoe Joël ons vandaag oproept: ‘Daarom -spreekt de Heer-, keer nu terug naar mij met heel je hart en begin te vasten, te treuren en te rouwen. Niet je kleren moet je scheuren, maar je hart.’ Kom tot inkeer en berouw. Laat dat ongemakkelijke gevoel eens je hart binnenkomen… én veranderen. Laat dat gevoel jou terugbrengen bij God om dan te ontdekken hoe liefdevol zijn Vaderhart is: ‘…want Hij is genadig en liefdevol, geduldig en trouw, en tot vergeving bereid.’ (vers 12).

Van oordeel naar belofte

Hoor je hoe in de woorden van Joël de kern van het Evangelie al echoot, ze een belofte bevatten die God waarmaakt door Jezus? Joël leert ons vandaag: ‘We verdienen Gods oordeel… maar we krijgen ‘et niet!’ Godzijdank! Zoals het askruisje op Aswoensdag niet alleen staat voor berouw, maar ook voor nieuw leven, zo bevatten Joëls woorden niet alleen een oordeel, maar ook een belofte van redding! Want zo is onze God.

Is er iets waar jij afstand van wilt doen? Wat jou afleidt om dicht of dichter bij Gods Vaderhart te komen? Toon berouw en breng dit vandaag in gebed bij God.