"'Als christen kun je soms twijfelen, (verkeerde) verlangens hebben, afstand voelen naar God, etc. Maar juist op die momenten moet je standvastig en gehoorzaam zijn, want dát is geloven!"

“Vaak ben ik op zoek naar wat God van mij verwacht; herken je dat? Voor mij is het een levensdoel op zich geworden om erachter te komen wat God wil met mijn leven… En ik merk dat deze vraag veel christenen bezighoudt. Hoe kunnen we met deze vraag omgaan? Vandaag wil ik je laten zien wat de Bijbel hierover zegt aan de hand van 2 Tessalonicenzen 3: 1-16 (NBV):

Beschermen tegen het kwaad

[1] “Voor het overige, broeders en zusters, bid voor ons. Bid dat het woord van de Heer zich elders even snel verspreidt en evenzeer geprezen wordt als bij u.  [2] Bid ook dat wij worden behoed voor slechte en kwaadaardige mensen, want niet iedereen is betrouwbaar.  [3] Maar de Heer is trouw, hij zal u kracht geven en u tegen het kwaad beschermen.

Richt je wil en verlangen op God

[4] De Heer geeft ons de overtuiging dat u doet wat wij u opdragen en dat zult blijven doen.  [5] Moge de Heer uw wil en verlangen richten op de liefde voor God en de standvastige trouw aan Christus. [6] Broeders en zusters, op gezag van onze Heer Jezus Christus dragen wij u op u niet in te laten met broeders of zusters die hun werk verwaarlozen en niet leven volgens de traditie die wij hebben doorgegeven.  [7] U weet zelf wat het betekent ons na te volgen. Toen we bij u waren, hebben we ons dagelijks werk niet verwaarloosd  [8] en op niemands kosten geleefd. Integendeel, we hebben ons ingezet en ingespannen, dag en nacht hebben we gewerkt om niemand van u tot last te zijn.  [9] Niet dat we geen aanspraak konden maken op uw ondersteuning, maar we wilden onszelf tot voorbeeld stellen, zodat u ons zou navolgen.

Nutteloze bezigheden

[10] Toen we bij u waren, hebben we herhaaldelijk gezegd dat wie niet wil werken, niet zal eten.  [11] We horen dat sommigen van u hun werk verwaarlozen, dat ze zich niet nuttig maken maar zich slechts onledig houden met nutteloze bezigheden.  [12] In naam van de Heer Jezus Christus dragen wij dergelijke mensen nadrukkelijk op rustig hun werk te doen en hun eigen brood te verdienen. [13] Broeders en zusters, doe het goede, zonder op te geven, [14] en wees op uw hoede voor wie geen gehoor geven aan wat wij in deze brief schrijven. Ga niet met hen om, dan zullen ze zich schamen. [15] Behandel hen echter niet als vijanden, maar wijs hen als uw broeders en zusters terecht. [16] Moge de Heer van de vrede zelf u altijd en op elke wijze vrede geven. De Heer zij met u allen.”

Opbouw

Dit hoofdstuk is onderdeel van een brief van Paulus aan de gemeente van Tessalonica. Dit Bijbelgedeelte gaat dan ook in de kern over hoe het leven als gemeente eruit moet zien. Deze boodschap in 2 Tessalonicenzen 3 is opgebouwd in drie onderdelen: een oproep om te bidden, een aansporing om standvastig en gehoorzaam te blijven, en een opdracht om te blijven werken.

lume, vrouw, geel. lopen. paulus

'Ga niet stilzitten, maar bid en werk...!"

1) Een oproep om te bidden

In de verzen 1-3 lees je de oproep om te bidden. Paulus benoemt hierin specifiek om te bidden voor de verspreiding van het evangelie. De gemeente staat dus niet los van het evangelisatiewerk van de apostelen… Integendeel: ze krijgen de opdracht om in gebed hieraan mee te werken. Daarnaast merkte ik iets anders op; het verbaast mij niet om te lezen dat de gemeente wordt opgeroepen om te bidden. Ik denk namelijk dat dit een essentieel onderdeel is van het christelijk geloof… God wil een relatie met ons en je kunt geen relatie onderhouden zonder te communiceren en toenadering te zoeken. Ook daarom is bidden essentieel voor de gemeente en elke christen!

2) Een aansporing om standvastig en gehoorzaam te blijven

In de verzen 4-5 lees je de aansporing om standvastig en gehoorzaam te blijven. Eigenlijk zijn deze twee verzen een oproep tot geloof! Als christen kun je soms twijfelen, (verkeerde) verlangens hebben, afstand voelen naar God, etc. Maar juist op die momenten moet je standvastig en gehoorzaam zijn, want dát is geloven! Geloven dat God almachtig en liefdevol is, wat jouw persoonlijke omstandigheden ook zijn.

3) Een opdracht om te blijven werken

De verzen 6-15 omschrijven de opdracht om te werken. Bij dit punt stelt Paulus de apostelen als voorbeeld: zij verwaarlozen hun werk niet, maar werken juist om financieel onafhankelijk te blijven. In vers 10 lezen we de uitspraak: “wie niet wil werken, zal niet eten”, waarschijnlijk was dit toen een gebruikelijke uitspraak, een soort gezegde. Ook al staat het er niet letterlijk, voor mijn gevoel gaat dit ook over gerechtigheid: het werk eerlijk verdelen, en ontvangen wat je toekomt. Maar hoe we deze uitspraak ook opvatten, één ding is duidelijk: Paulus leert ons dat we niet moeten stilzitten in de gemeente.

Ora et labora

Misschien ken je de uitspraak ‘ora et labora’ wel; ‘bid en werk’. Deze uitspraak is gebaseerd op 2 Tessalonicenzen 3. De drie woordjes zou je als samenvatting kunnen zien van dit hoofdstuk. ‘Bid en werk’ is misschien wel de kern van wat Paulus in dit hoofdstuk wil meegeven aan de gemeente. Laten wij dit meenemen in ons leven vandaag!

Paulus geeft richting

Vraag jij je wel eens af wat God met jouw leven wil? Een concrete taak, een baan of plek geeft Paulus ons niet. Jij mag, in gebed met God, uitzoeken waar God jouw talenten wil inzetten. Maar Paulus geeft ons wel richting. Wij mogen uit dit Bijbelgedeelte leren hoe wij kunnen bijdragen aan Gods missie op aarde. Wij mogen bijdragen aan de redding van de wereld! Ga niet stilzitten, maar bid en werk. Bid voor de verspreiding van het evangelie (vers 1): de verspreiding van het licht! En werk aan de opbouw van Zijn gemeente (vers 13): wees een vonk in de beweging van licht!

Challenge voor deze week

  • Bid voor de verspreiding van Gods licht.
  • Bedenk voor jezelf eens: Hoe werk jij al in Gods gemeente? En waar kan jij nog gaan werken in deze beweging van licht?