"Ik schaam me voor mijn rommel. Door mensen binnen te laten in mijn kamer, zien ze gelijk ook een mindere kant van mij..."

“Ik vind gastvrijheid een mooie, maar ook lastige opgave; het is lastig om gastvrijheid te ontvangen en om gastvrij te zijn. Als gast ben je dankbaar, maar kun je je ook bezwaard voelen. Als gastvrouw ervaar ik altijd een enorme druk. Ik wil koekjes bakken als iemand komt, de ander helemaal in de watten leggen én ik wil een opgeruimde kamer.

Uit mijn comfortzone

Als ik eerlijk ben, maak ik toch liever gebruik van andermans gastvrijheid dan dat ik mensen uitnodig in mijn leven. Ik houd namelijk erg van mijn privacy en mijn eigen ruimte (daar is natuurlijk niks mis mee, maar ik mag ook wel eens uit mijn comfortzone gaan om anderen uit te nodigen…). Het liefste zou ik een huis hebben waar mensen zich welkom voelen, waar mensen ook zelf heen durven gaan als er iets is. Naar mijn eigen karakter is er nog een ander groot ding dat hiervoor in de weg staat. Mijn rommel.

Ik schaam me

Ik ben echt een sloddervos. Niet dat er gewoon  een trui nog op mijn stoel ligt, maar van het kaliber dat mijn studentenkamer eruit ziet alsof al mijn kasten hebben geniesd. Als iemand aanklopt, moet ik eerst zitruimte maken. Dit is iets waar ik me eigenlijk wel voor schaam en wat het voor mij ook lastiger maakt om mensen binnen te laten. Door mensen binnen te laten in mijn kamer, zien ze gelijk ook een mindere kant van mij. Een kant die ik eigenlijk liever niet laat zien. Gastvrijheid betekent voor mij meteen ook dat ik me kwetsbaar moet opstellen. Dat ik, als er een opmerking over wordt gemaakt, moet vertellen dat ik ADHD heb en het zelf echt heel moeilijk vind om op te ruimen, maar ook liever niet in deze troep zou leven. Meestal kies ik hier niet voor, en maak ik maar grapjes om de ander voor te zijn.

Imperfecties

Ik word hierin wel getroost door het verhaal van Martha en Maria. Misschien was hun huis ook wel een rommeltje toen Jezus kwam, en was Martha aan het opruimen om er maar voor te zorgen dat Hij haar imperfecties niet zou zien. Ze was zo afwezig door alles maar goed te willen doen, dat ze het grootste deel miste, het contact maken.

vrouw, gastvrijheid

"Echte vrijheid gaat om contact..."

Echt contact

Echte gastvrijheid gaat om contact. Om je kwetsbaar te durven opstellen als gast en als gastvrouw. Als gast ben je niet in je eigen huis en ben je daarom afhankelijk van je gastvrouw, en als gastvrouw laat je iemand heel dichtbij in je eigen territorium (eerlijk, zo voelt dat toch?). Gastvrijheid gaat erom dat je niet koste wat het kost je territorium afbakent om er maar voor te zorgen dat je veilig bent, dat anderen geen oordeel kunnen hebben over dat wat ze niet zien. Gastvrijheid vraagt om vertrouwen in je gasten.

Meer eerlijkheid

Op deze manier is echt contact mogelijk. En misschien heeft het ook wel iets positiefs? Misschien durven anderen door het zien van mijn rommel ook wel eerlijker te zijn over hun eigen rommel. En door mijn rommel word ik meer een echt mens, en stel ik me kwetsbaar op. Als ik aanwezig durf te zijn in het gesprek en niet druk in mijn hoofd aan het Martha-en ben, kan ik ook van de ander ontvangen zoals Maria van Jezus ontving.

Soort van toonbaar

Natuurlijk wil ik nog steeds netter worden en probeer ik ervoor te zorgen dat alles een soort van toonbaar is als er gasten komen. Voor mij is gastvrijheid ook dat ik daarvoor wel mijn best doe. Maar als dat een keertje niet lukt, of als iemand onverwachts op visite komt in mijn zwijnenstal, wil ik niet dat mijn eigen onzekerheid en angst me ervan weerhoud om anderen binnen te laten. Ik wil er niet vanuit gaan dat anderen me veroordelen zoals ik mezelf veroordeel. Als ik mensen binnenlaat in mijn ruimte, in mijn rommel, kan ik ook van ze ontvangen.

Welkom!

Deze inzichten zorgen ervoor dat ik nu, aarzelend en met trillende vingers, de volgende zin durf te typen. Mijn rommel en ik heten je welkom. Bij voorkeur na aankondiging, dat wel. Eén stap tegelijk.

Durf jij mensen toe te laten in jouw rommel?